De Laekense herder maakt onderdeel uit van de Belgische herders. Herdershonden hebben generaties lang de landelijke mens bij zijn dagelijkse werk geholpen. Alle herders zijn intelligente honden, bekwaam om de kudde samen te houden en de kudde te drijven, maar ook om de kudde te bewaken. De andere naam voor herdershonden is “schepershonden” waarbij scheper de betekenis draagt van schaapsherder.
Herdershonden doen vrijwel alles op de aanwijzingen van de schaapsherder (of de baas) en zijn graag tot samenwerking bereid. Daarbij komt nog dat een schaap veel zachter is dan rundvee, een schaap raakt bij een harde aanpak snel in paniek. Herdershonden zijn dan ook minder eigenwijs, minder hard en veel subtieler in hun werk wat tevens inhoudt dat hun karakter door een te harde aanpak sneller verknoeid wordt. Ze hebben veel uithoudingsvermogen en hun werkeigenschappen kunnen zij onder alle weersomstandigheden uitvoeren.
Hedentendage voeren herdershonden ook andere taken uit dan alleen het hoeden en/of drijven van de kudde. Denk hierbij aan het werken als politiehond; als speurhond maar ook in diverse takken van opleiding en africhting als hobby zijn deze honden erg geliefd om mee te werken. Een opgesloten herdershond die niet samen met zijn baas iets kan ondernemen is beslist geen gelukkige hond. Bij de aanschaf van een herdershond moet hier ook beslist rekening mee gehouden worden.
De herdershonden kunnen net als de veehonden over het algemeen goed overweg met kinderen en ook met andere huisdieren. Zij hebben tijdens de wandeling sterk de neiging alles en iedereen bij elkaar te houden waarbij ze in grote cirkels steeds om de groep heen blijven lopen net als bij de schaapskudde. Over het algemeen slaan de herders iets sneller aan dan de veedrijvers en de berghonden en door de aard van hun werk zijn de herdershonden lichter in bouw. Hierdoor zijn ze heel wendbaar, bewegelijk en snel. Ze springen ook gemakkelijk, zowel ver als hoog, en hebben veel beweging nodig.
De Belgische Herdershonden
Ras-info Laekense herder
Er bestaan 4 varieteiten en wel de (1) langharige (zwarte) Groenendaeler, de (2) Tervurense herder (vaal rood van kleur), de (3) Mechelse herder en dan natuurlijk de (4) Laekense herder die een ruwharige, enigszins gekrulde vacht heeft.
De namen van de verschillende varieteiten vertellen meer over de plaatsen waar een bepaalde varieteit tot ontwikkeling kwam, zo heet de Tervurense herder naar het dorp “Tervueren”, de Groenendaeler naar het kasteel “Groenendael”, de Mechelse herders vonden hun aanhangers voornamelijk in de stad Mechelen en onze Laekense herder is genoemd naar het dorp “Laeken”.
Het gedrag van een Belgische herder behoort vol energie en nieuwsgierigheid te zijn. De honden hebben een grote belangstelling voor alles wat er in hun omgeving gebeurt. Dat beteken ook dat ze voortdurend achter hun baas aan gaan, en overal met hun grote neus bovenop willen staan.
Belgische herders zijn bovenal werklustige honden die goed te motiveren zijn bepaalde taken te verrichten. Maar men moet er ook rekenig mee houden dat ze behoorlijk druk en onrustig kunnen zijn, ze blijven lang jong en rustige mensen met het nodige geduld en begrip voor deze honden kunnen er fijne huisgenoten aan hebben die vlot leren en in hun element zijn als zij samen met hun baas iets kunnen doen. Dit hoeft niet per se het werken bij de kudde te zijn maar bijvoorbeeld een gedrag- en gehoorzaamheidscursus of een opleiding van gelijke strekking.
De honden zijn zacht van aard en onderwerpen zich snel aan de mens. Het zijn niet alleen mooie en harmonisch gebouwde honden maar zeker, en eigenlijk in de eerste plaats, werkhonden.
De ruwharige Laekense herder is de minst bekende van de Belgische herders. De reuen hebben een schofthoogte van ongeveer 62 cm en bij de teven ongeveer 58 cm. Afwijkingen van 2 cm naar beneden en 4 cm naar boven zijn toegestaan.
De vacht is vaalros met wat donker gevlamde beharing op de snuit en op de staart. Ze hebben een ruwe beharing die ongeveer twee keer per jaar getrimd moet worden, afhankelijk van de kwaliteit van de vacht. Hierbij wordt het dode haar met de hand uit de vacht geplukt. De Laekense herder mag nooit geschoren worden want dan is zijn vacht verpest. Naast de plukbeurten moet u de vacht met een grove kam bij de verdere verzorging kammen.
Ook de Laekense herder is erg intelligent en wil graag iets leren en heeft een afwisselende training nodig. Ten opzichte van andere honden kunnen ze soms wat dominant reageren maar zijn ze goed gesocialiseerd en heeft de hond een evenwichtige baas die stevig in zijn schoenen staat, zal dit geen problemen opleveren.
U zult er regelmatig met hem op uit moeten om zijn energie in goede banen te leiden en verder zijn Laekense herders ook prima waak-en verdedigingshonden.